Zwart/ Wit

Zwart en wit. Goed en kwaad. Licht en donker. Tegenstellingen. Keuzes maken. Elke dag weer en steeds opnieuw. Een goede keus maken: bestaat er zoiets? Er zijn zoveel meer kleuren dan zwart en wit. Zouden we durven te kiezen voor veelkleurigheid? Is dat niet juist waar we naar verlangen? Om vanuit onze persoonlijke kleur te leven!? Of willen we zwart-wit blijven denken?

Toen me werd gevraagd iets te schrijven over een onderwerp dat vanuit transpersoonlijk.net aangereikt werd kwam ik al denkend en lezend uit op dit beeld van zwart en wit en op de vragen die daarop volgden. Het onderwerp betrof de constatering dat zich binnen de hulpverlening het volgende voordoet: allochtone Nederlanders blijken over het algemeen, en ik denk dus ook bij voorkeur, naar allochtone therapeuten te gaan en andersom gaan autochtone Nederlanders meestal naar autochtone hulpverleners. Pratend hierover kwam het idee om dit te koppelen aan wat er wereldwijd gebeurt en wat ik, kort door de bocht, zou kunnen samenvatten als de botsing tussen christendom en islam. Hoewel het bij hulpverlening gaat om een “cultuurbotsing” en de conflicten in het Midden-Oosten en terroristische aanslagen meer en vaker plaats lijken te vinden op religieuze gronden, kun je je afvragen of een en ander met elkaar te maken heeft. Het laatste conflict wordt ons dagelijks uitgemeten in het nieuws: het is een onderwerp waar de meeste mensen over nadenken. Zijn conflicten op grond van religie anders dan op grond van cultuur vraag ik me af? Heeft het met elkaar te maken?
Vanuit mijn eigen situatie begrijp ik iets over cultuur: ik kwam als geboren “Hollander” op het platteland van Groningen wonen en voelde me best een tijd een vreemde eend in de bijt. Een andere taal, subtiele andere manieren van reageren die ik soms maar moeilijk begreep, en nog wringt het soms. Ik realiseerde me dat ook elk gezin “anders” is en dat ieder mens die we ontmoeten “anders” is. Dat anders zijn kan in mindere of meerdere mate lastig zijn: je moet elkaars gebruiksaanwijzing leren kennen en bij de een is dat veel ingewikkelder dan bij de ander.
Cultuur uit zich in gewoonten en gebruiken, kleding, feesten, eetgewoonten, taal, omgangsvormen. Sommige aspecten zijn een natuurlijk gevolg van de streek waarin we leven, maar omgangsvormen en gebruiken of wetten hebben () een andere reden. Structuren bieden houvast en veiligheid. We proberen een bepaalde orde aan te brengen in de chaos van het leven. We ervaren het leven als chaotisch omdat het voortdurend in beweging is, voortdurend aan het veranderen. En dat kan lastig zijn: je kunt nergens op rekenen. Hoe de orde die we scheppen er uit ziet, wordt bepaald door hoe we om gaan met die onzekerheid. Hoe veilig of op ons gemak voelen we onszelf als eenling in de wereld die ons omringt? Van hier uit is heel goed te begrijpen waarom de een kiest voor die therapeut en de ander voor die; zelfs los van voelbare cultuurverschillen gebeurt dat. Iedere therapeut vraagt zich af waarom hij of zij juist die bepaalde cliënten heeft. In therapeutische en hulpvraag-situaties wordt van degene die om hulp vraagt, verlangd kwetsbaar te zijn en al oefenend te proberen wat afstand te nemen van echte of vermeende zekerheden. En juist het wegvallen van bepaalde zekerheden is een reden om hulp te zoeken.

Ik denk niet dat ik kan overzien wat er in de ()wereld gebeurt. Maar ik meen wel parallellen te zien tussen wat er in het groot gebeurt en de botsing van culturen, die we tegenkomen in Nederland zelf en in therapieland. Wat doen conflicten met ons? Proberen te begrijpen of in ieder geval proberen te kijken en tot ons door te laten dringen, wat we zien of denken te zien, kan bijdragen aan het veranderen van een conflict. In persoonlijke contacten hebben de meeste mensen die ervaring: door ruimte te maken voor de opvattingen van de ander kunnen we er als het ware doorheen kijken. Al die opvattingen blijken toch vooral buitenkant te zijn. Een zelfbeeld, een wereldbeeld als houvast. Een mooi voorbeeld daarvan maakte ik onlangs zelf mee. Een jonge vrouw die ik begeleid heeft na een heftige jeugd een moeizame relatie met haar moeder; er zijn oude verwijten over en weer en opvattingen over hoe de ander is. Op een gegeven moment zitten ze gezamenlijk bij me en één van de eerste dingen die de moeder zegt, is: “Ik had allerlei ideeën over hoe het zou zijn om een gesprek met je te hebben, maar nu ik je zie voel ik alleen maar hoeveel ik van je hou”.

In een cultuur zien we een verzameling van gedeelde gewoonten die voortkomen uit de behoefte ons te verhouden tot het stukje van de wereld waarin we leven, de mensen om ons heen, het klimaat en het land waarvan we afhankelijk zijn. Die omstandigheden kunnen hard zijn en de mensen om ons heen onbetrouwbaar en we doen ons best om het te reguleren door afspraken te maken en te bepalen wat goed en wat niet goed is. Daar proberen we ons dan aan te houden, maar altijd zijn er dwarsliggers. Of de situatie verandert. Zoals nu, nu veel mensen uitwaaieren over de wereld: we komen bij mensen te wonen die heel andere dingen “goed” vinden.

Ik stel me voor dat we hetzelfde doen ten opzichte van de niet-materiële of de geestelijke wereld. We proberen lijnen te zien in onze verhouding ermee en op grond daarvan leefregels te maken. Wat is waar, wat is goed? We proberen net als in een cultureel verband de juiste keuzes te maken, het op de beste manier te doen. Omdat het niet-materiële letterlijk niet grijpbaar is, proberen we ook daar te ordenen en het daardoor be-grijpelijk te maken. Voortbordurend op resten van oude verhalen en daar allerlei inzichten aan toe voegend kunnen we makkelijk de “voeling” met die wereld kwijtraken.
Zo kunnen we verstrikt raken in vaste patronen en gewoontes die ons eerder afbrengen van een religieuze ervaring dan dat ze ons er dichter bij brengen. Zoals in een ontmoeting tussen mensen de patronen en de ideeën de ontmoeting in de weg kunnen zitten.
Kunnen bij botsingen tussen mensen of tussen groepen mensen met verschillende culturen de gemoederen al heftig in beweging komen, als er religieuze beelden bijkomen kan het nog veel heftiger worden, zoals we dagelijks zien.
Wat we uiteindelijk allemaal doen is proberen het leven op orde te houden door er van alles over te proberen vast te leggen: dit is zoals het is, dit is de waarheid.
Ik hoop dat we steeds meer in staat zijn om te zien dat wat en hoe de ander het doet in essentie niet heel veel verschilt van hoe en wat we zelf doen. Alleen zo kan er ruimte komen om de ander te zien en te ontmoeten op een andere laag.

Ik denk en hoop dat de tijd rijp is voor het inzicht dat leven meer gaat om het zoeken en beleven van de waarheid dan om het vastleggen daarvan.
Structuren, patronen, gewoontes, wetten, we hebben ze om het samenleven te vergemakkelijken, maar het zou goed zijn als we ons steeds zouden herinneren dat het gereedschappen zijn en geen waarheden. Ons leven () hangt er niet van af en zal zelfs meer kleur krijgen als we dat zo zouden zien.

Therapie kan hier dienstbaar aan zijn door ons dichter te brengen bij het ervaren van het leven in plaats van het op orde brengen ervan. Bij voelen in plaats van controleren. Om daar uit te vinden wat onze eigen waarheid, onze eigen kleur is en te groeien naar te leven vanuit die persoonlijke kleur..