waar een heldere beek met zilveren vissen
langs de regenboog trekt.
Uw vedel opent de nacht
en speelt langs mijn mond
als een eeuwenoud lichtschip.

Nu moeten wij het vuur worden –
de haas van de zon achterna.
Wij gaan door de einder van licht
naar een vliegende zee van bevende engelen.
Dan valt de maan uiteen
tot een verweerde zang van nachtsloepen.
Hoog boven de bergen van de nacht
zinken wij samen.

Chris van Boetzelaer
Chris van Boetzelaer (1965) heeft van jongs af aan belangstelling voor literatuur, theater en muziek. Rond begin jaren negentig van de vorige eeuw  begon hij serieus met dichten. Sindsdien heeft hij vaak opgetreden met gedichten en af en toe gepubliceerd in het kleinschalige tijdschrift “Noachs kat”.

Over “transpersoonlijk” zegt Chris: “Het hogere is iets wat mij ook bijzonder fascineert en boeit. Hoewel ik de vinger er niet helemaal achter kan krijgen, geloof ik zeker dat er meer is tussen hemel en aarde. Wat mij in dezen erg aanspreekt is het zen-boeddhisme.”